Oudergesprekken

Gedurende het schooljaar zijn er drie verplichte kind-ouder-leerkrachtgesprekken:

  1. Startgesprek: kennismaken, informatie delen, samen vooruitkijken, afspraken en een goede start in de samenwerking maken.
  2. Voortgangsgesprek (na cito M en rapport): elkaar informeren over de ontwikkeling van het kind in het licht van de gestelde doelen (monitoren) liggen we nog op koers of moeten we iets bijstellen?
  3. Eindgesprek (na cito E en rapport): terugblik, evaluatie van het schooljaar en overdracht naar volgend schooljaar.

Naast deze verplichte gesprekken zijn er tussentijds twee momenten voor oudergesprekken. Het staat u altijd vrij om een afspraak met de leerkrachten te maken.

OUDERGESPREKKEN

Ons gemeenschappelijke belang is dat het goed gaat met uw kind en onze leerling. Ouders, leerkrachten en leerling werken gezamenlijk naar hetzelfde doel en leren van en met elkaar. Zo versterken opvoeding en onderwijs elkaar.

In deze samenwerking heeft ieder een wezenlijke bijdrage:

Ouders

Ouders zijn ervaringsdeskundigen; zij kennen hun kind het langst. Opvoeden is vooral hun verantwoordelijkheid. Zij bepalen zaken als religie, voeding, kleding, tijdstip van naar bed gaan, vrijetijdsbesteding, hobby’s en dergelijke. Ook hier geldt dat leerkrachten meedenken, maar weten dat ouders hierover beslissen.

Leerkrachten

Leerkrachten zijn onderwijsprofessionals, zij kennen de leerling het best. Het onderwijs is vooral hun verantwoordelijkheid. Zij maken keuzes wat betreft de methode, instructie, feedback, naast wie het kind zit, omgangsregels, overgang naar de volgende groep en dergelijke.

Kinderen

Kinderen kunnen zelf goed aangeven wat ze goed of moeilijk vinden, wat ze willen veranderen en hoe.

School, ouders en leerlingen profiteren van elkaars deskundigheid. Door hun kennis te integreren, ontstaan nieuwe inzichten.

Leerkrachten, leerlingen en ouders bespreken wat hun kind/leerling nodig heeft om met plezier naar school te gaan en de doelen te bereiken. Ze geven elkaar waardevolle tips en respecteren elkaars mogelijkheden en grenzen. Met andere woorden: ze denken met elkaar mee, maar gaan niet op elkaars stoel zitten. Dan verloopt de samenwerking plezierig en dat is gunstig voor leerkrachten, ouders en leerlingen.