Binnen de reguliere ondersteuningsstructuur van de school wordt basisondersteuning geboden aan alle leerlingen. Wanneer deze ondersteuning niet voldoende blijkt, wordt in overleg met ouders en de leerling opgeschaald naar extra ondersteuning. In dat geval stelt de school een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. De kwaliteitscoördinator van de locatie coördineert dit proces.
Signalen die wijzen op extra ondersteuningsbehoefte kunnen voortkomen uit leerresultaten, schoolaanwezigheid, gesprekken met mentoren of coaches, observaties van docenten, incidenten, of informatie van externe betrokkenen.
Het OPP bevat:
Het OPP wordt opgesteld door de school, meestal door de kwaliteitscoördinator of leerkracht, in nauwe samenspraak met ouders en de leerling. Leerlingen worden actief betrokken bij het opstellen en evalueren van het plan. Zij denken mee over de ondersteuning die zij nodig hebben en welke doelen zij willen bereiken (het handelingsdeel). Het uitstroomperspectief (het verwachte eindniveau) wordt vastgesteld door de school op basis van professionele inschatting en toetsgegevens.
De school is verantwoordelijk voor zowel het opstellen als de uitvoering van het OPP. De afspraken en doelen worden minimaal één keer per schooljaar geëvalueerd (of vaker indien nodig) om te beoordelen of de ondersteuning effectief is en of bijstelling nodig is.
Conceptversie 15 september 2025